TAMS Elektronik 41-04414-01-C LD-G-41 Next18 Locdecoder Module, Zonder kabel

TAMS Elektronik 41-04414-01-C LD-G-41 Next18 Locdecoder Module, Zonder kabel

Digitaal gebruik in Motorola II-formaat: Maximaal 255 adressen 14 of 27b rijstanden functies F0 tot F8 (F5 tot F8 via tweede adres) programmering: Register digitaal gebruik in DCC-formaat: 127 basis-adressen of 10.239 uitgebreide adressen 14, 28 of 128 rijstanden functies F0 tot F28 programmering: configuratievariabelen (direct programmeren op de programmeerrail, DCC-conform) of POM (programmeren op Main = hoofdspoor-programmering) analoog bedrijf: analoge installaties met gelijkstroomtrafo automatische analoge herkenning uitschakelbaar aanpassing aan verschillende motortypen en locktypen: instelling van de belastingsregelparameters (KP, KI, KD) versterkingsfactor definitie van een lineaire (evt. afgeknikte) snelheidskarakteristiek door instelling van de rij-, midden- en maximumsnelheid in de 27-/28-rijtrapsmodus: individuele toewijzing van een motorspanning aan elk van de rijstanden wegkick rangeersnelheid: vermindering van de snelheid van alle rijstanden met ca. 50% omschakelen naar de rangeergang met een functietoets optrek- en remvertraging: apart van elkaar instelbaar in- en uitschakelen met een functietoets automatische processen van automatisch remmen bij aanwezigheid van een asymmetrische railspanning (ABC-procedure) pendelautomaat (via ABC-procedure) remmen bij gelijkspanning (Märklin-remtraject) snelheidsafhankelijk in- en uitschakelen. Toepassingsvoorbeelden: In- en uitschakelen van het grootlicht of de cabineverlichting. Rangeerfunctie door toewijzing van de rangeergang en het rangeerlicht aan dezelfde functietoets constante remweg automatische aanmelding via DCC-A. functieuitgangen toewijzing van de functies aan de uitgangen met Function Mapping conform RCN-227. Elke functie (F0 tot F28, elk afzonderlijk voor vooruit- en achteruitrijden) kunnen daarbij een of meerdere uitgangen worden toegewezen. Bovendien bestaat de mogelijkheid om aan de functies een andere functie dan „UIT”-schakelaar toe te wijzen. Effecten van de functieuitgangen: Rijrichtingsafhankelijk schakelen rangeerlicht: Bij het omschakelen naar rangeermodus worden tegelijkertijd de rangeerlocomotief-signalen in- en de signalen voor normaal bedrijf uitgeschakeld. Omgekeerd schakelen: Bij stand „on” wordt de bijbehorende uitgang uit-, bij stand „off” ingeschakeld. Knipperen: Door toewijzing van de knipperfunctie aan 2 uitgangen en de functie „omgekeerd schakelen” naar een van de beide uitgangen wordt een wisselsignaal gegenereerd. De knipperfrequentie wordt afzonderlijk voor elke uitgang ingesteld. Dimmen: Voor het verminderen van de spanning op de uitgang. Toepassingsvoorbeeld: De voor analoge werking bestemde lampchen van oudere voertuigen kunnen worden gedimd en hoeven dan na de inbouw van de decoder niet te worden vervangen. Sukcessief op- en afdimmen: Voor de geleidelijke verhoging resp. vermindering van de spanning aan de uitgang: Toepassingsvoorbeeld: Simulatie van oude