1. De diafragmagegevens kunnen worden vastgelegd zolang de diafragma-instelling op het camerasysteem hetzelfde is als het diafragma wanneer u foto's maakt.

2. Bij gebruik van een lens zonder het 6Bit-contact moet de brandpuntsafstandknop worden ingesteld om consistent te zijn met de brandpuntsafstand van de lens. Druk op de resetknop om de brandpuntsafstandinformatie 28/35/50/75/90/135 op te nemen.

3. Gebruik de lens met het 6Bit contact, het is niet nodig om de brandpuntsafstand draaiknop in te stellen. Pres de resetknop om de brandpuntsafstandinformatie vast te leggen.

4. Ondersteuning om automatisch de anti-shake functie van de camerabody in te schakelen (de camera moet deze functie hebben, zoals de Nikon Z6).

5. Ondersteun een trapfocus, schakel de autofocusmodus van de body in, druk de sluiter volledig in en draai aan de scherpstelring totdat het frame helder is en de foto automatisch kan worden gemaakt.

6. Ondersteuning van de focusindicatiefunctie, die kan worden weergegeven wanneer de handmatige scherpstelmodus is ingeschakeld (de body moet deze functie hebben, zoals Nikon Z6).